
De zeventienjarige Anouk van Arkel en haar negenjarige Friese merrie Iefke T. (Andries 415 x Sibald 380) demonstreerden op Hemelvaartsdag op het Concours Hippique in Bennekom een veelzijdig team te zijn tijdens een Working Equitation demonstratie. Zondag 16 juni wisten ze tijdens een WE-wedstrijd in Neerijnen de speedtrail te winnen. ‘Iefke is helemaal in haar element als ze hard mag, zoals door het bos of over het strand crossen. Voor dressuur is ze soms wat te druk’, aldus Anouk.
Koninklijke uitstraling
Sinds vijf jaar is Iefke in bezit van Anouk van Arkel. ‘Iefke is mijn eerste eigen paard. Ik was twaalf en werd te groot voor mijn verzorg Shetlander. Ik wilde graag een paard waar ik niet meer vanaf zou groeien en weer afscheid zou moeten nemen. Echter, ik had alleen wat rijervaring op een manege. Iefke was nog maar vier jaar toen we haar kochten, dus niet helemaal handig, maar het is gelukkig allemaal goed gekomen.’ Ondanks dat beiden vrij onervaren waren in de dressuur, zijn ze gevorderd tot L2 dressuur met enkele winstpunten. ‘Afgelopen weekend hebben we er nog weer vier winstpunten bijgehaald. Ik ben één keertje M1 gestart, maar ik vind zelf dat we daar nog niet klaar voor zijn. We oefenen gewoon lekker verder en dan komt het vast goed.’ Vanwege de ‘Koninklijke uitstraling’ heeft Anouk destijds voor een Fries gekozen. ‘En ik ben heel blij dat ik voor dit ras heb gekozen, want Iefke was en is heel braaf. Anders had ik nooit als relatief onervaren amazone met een vierjarige merrie kunnen beginnen.’
Via rijvereniging in contact met WE
Via haar rijvereniging kwam Anouk in aanraking met Working Equitation. ‘Er werden TREC lessen gegeven, maar eigenlijk was het meer Working Equitation. Ik vind het leuk om van alles met een paard te doen, als je maar lol hebt. Vandaar dat ik ook heb meegedaan aan die lessen. In het begin dacht ik dat Iefke sommige dingen niet zou kunnen, maar dat lukt haar toch aardig. Het is een kwestie van steeds oefenen en je ook aanpassen aan je paard. Voor WE maakt het paardenras niet zoveel uit. Het kan eigenlijk met allerlei rassen. Als Iefke en ik straks op een hoger niveau komen moeten we tussen de hindernissen galopperen. Dat wordt voor haar wel moeilijker, aangezien ze zich nog niet zo goed laat verzamelen in de galop. Dat wordt nog veel trainen’, aldus Anouk.
Mini-sgw
Iefke blijkt ook voor een mini-sgw haar hoef niet om te draaien. Anouk: ‘Bij ons in de buurt werd een mini-sgw gehouden, met uiteraard een dressuurproef, een springparcours en een cross van zo’n vijf kilometer. Iefke is tijdens een cross helemaal in haar element. Lekker door het bos crossen en af en toe een hindernisje meepakken. Overigens niet hoog hoor, maar ze doet het wel. Ooit heb ik een keer één hindernis van 1,20 m met haar gesprongen. In de dressuurproef is Iefke vaak wat te druk. Dat snelle houdt ze meer van en ik eerlijk gezegd ook.’ Na haar Working Equitation demonstratie in Bennekom lieten Anouk en Iefke in een ereronde ook aan het publiek zien waar ze het meest van houden. ‘Toen hebben we even flink gas gegeven’, lacht de amazone.
Wat is Working Equitation?
Working Equitation is een veelzijdige discipline binnen de paardensport. Het is ontstaan in Zuid-Europa vanuit het traditionele werken met runderen. Inmiddels is het wereldwijd een serieuze wedstrijdsport, waarin ruiter en paard in vier verschillende wedstrijdonderdelen hun niveau van dressuurafrichting tonen, deels in combinatie met praktijkgerichte hindernissen. Een goede dressuurmatige basis is noodzakelijk bij het rijden van de trails en het runderwerk. Paarden moeten licht aan de hulpen staan, wendbaar zijn en moedig. In de hoogste klasse (Masters) worden alle wedstrijdonderdelen ook nog eens eenhandig gereden. Teamwork en vertrouwen in elkaar zijn essentieel. Trainen met WE-hindernissen is leuk en afwisselend, waarbij oefeningen als keertwendingen, wijken en later ook wissels en pirouettes op een serieuze maar speelse manier aan bod komen.
Een Working Equitation wedstrijd bestaat uit vier onderdelen: een dressuurproef, een obstakelparcours gereden op stijl (de stijltrail), hetzelfde parcours maar dan gereden op tijd (speedtrail) en het veedrijven. Beginnende combinaties starten met de dressuurproef en trail. De speedtrail en het runderwerk volgen naarmate de africhting van het paard vordert. Tijdens de wedstrijden houdt de jury bij het beoordelen van de proeven rekening met rastypische kenmerken. De jury is open minded, maar wel streng wat betreft de omgang met het paard. Je kunt bij de wedstrijden zelf bepalen op welk niveau je meedoet.