Met een omzet van 2 miljard euro per jaar, 10.000 bedrijven en 450.000 dieren heeft de Nederlandse paardensector een grotere exportwaarde dan de bloembollen. Stamboeken zorgen met hun fokkers voor een ‘sterk merk’, zo geeft Siem Korver, bijzonder hoogleraar Food, Farming en Agribusiness aan in de Nieuwe Oogst van 17 februari. Ids Hellinga, directeur van het KFPS: ‘Een stamboek is meer dan alleen een ‘burgerlijke stand.’’
Tweede sport, na voetbal
De populariteit van het Nederlandse paard is groot. Maar liefst 1,2 miljoen mensen volgen de paardensport in Nederland en het is, na voetbal, de sport met de grootste economische waarde. Nederland, paardenland dus. Dat beaamt Siem Korver, bijzonder hoogleraar Food, Farming and Agribusiness aan de economische faculteit van de Universiteit van Tilburg. De hengstenkeuring van het KWPN in Den Bosch is de grootste ter wereld en trekt een internationaal publiek. Uitdagingen zijn er ook. Wiens taak is het om de verdere ontwikkeling van de paardensector te stimuleren, dat van een stamboek? Korver erkent dat het positief werkt als een stamboek bekendstaat als ‘sterk merk’, maar stelt dat dat merk wordt gemaakt door de fokkers. ‘Stamboeken zijn er om hen te faciliteren.’
Inzetten op promotie, ook internationaal
Ook het Friese paard is populairder dan ooit. In hoeverre komt dit door het KFPS? Directeur Ids Hellinga: ‘Een stamboek is meer dan alleen een ‘burgerlijke stand’. Uitvoering van het fokprogramma, stimuleren van paardensport en promotie van het ras zijn eveneens belangrijke taken.’ Het KFPS registreert Friese paarden in 84 landen. ‘We hebben de laatste jaren fors ingezet op promotie van het Friese ras, ook internationaal. Het is geweldig dat dit zijn vruchten afwerpt en het Friese paard zo gewild is. Dat is mooi voor het stamboek, maar ook voor onze leden. De fokker profiteert er tenslotte van als de handel goed is’, zegt Hellinga. ‘Wel denk ik dat we binnen hippisch Nederland nog beter kunnen samenwerken, bijvoorbeeld door één loket voor uitgifte van registratiedocumenten. Ook zouden sportgegevens veel beter benut kunnen worden voor de fokkerij. Daar liggen nog uitdagingen.’
Goede paarden op kleine oppervlakte
‘Paardenfokkerij is, net als bij bloembollen, planten, koeien of varkens, een vorm van veredelen. Je bepaalt een fokdoel, zet een stip op de horizon en gaat kijken hoe je daar komt’, legt Korver uit. ‘Daarnaast heb je in de paardensector te maken met de markt: wat voor paarden worden er gevraagd? Hoe moeten we die fokken, houden en trainen? Zo krijg je een keten, met een duidelijk belang voor wat de gebruiker wil.’ Wereldwijd zijn er veel mensen geïnteresseerd in paarden, signaleert Korver. ‘Zij treffen hier in Nederland veel goede paarden op een kleine oppervlakte, een fantastische infrastructuur en veel kennis. De spin-off is gigantisch, positief voor Nederland’, stelt hij. ‘Paarden hebben een grotere exportwaarde dan bloembollen en de sector kan zich goed positioneren op handelsmissies.
Bron: Nieuwe Oogst-Marije Stomps, 16 februari 2019