Man, oh man, wat een storm de afgelopen dagen. Is het niet de enorme hoeveelheid regen die ons deze winter plaagt dan is het wel de wind. Kortom onstuimige dagen die meer op de herfst lijken dan op winter. Dat neemt niet weg dat de paarden iedere dag naar buiten gaan, ook al is het maar even. Alleen bij extreem weer met heel veel regen in combinatie met de wind blijven de paarden binnen maar die dagen kan je op één hand tellen.
Stormachtig weer
Het grote voordeel van alle dagen even naar buiten is dat ze rustiger zijn tijdens het werken. Een paard die altijd binnen staat zal veel schrikkachtiger reageren op de wind als ze buiten aan het werk moeten. Het is dan moeilijk voor ze om zich te concentreren. Alhoewel er altijd uitzonderingen zijn. Mijn ruin Wiebe springt af en toe met vier benen in de lucht, want de bomen rondom de bak lijken met deze wind meer op spoken dan op bomen. Ga je vanmiddag wel mennen?, vroeg ik aan Hessel. ‘Maar natuurlijk’, zei Hessel enthousiast! ‘Het is bluisterig weer. Dat is goed voor de paarden, daar leren ze alleen maar van en ik heb vanmiddag voldoende hulp, alle menvrienden komen.’ Bluisterig weer dacht ik bij mezelf, daar heb ik nog nooit van gehoord. Hij had het nog niet gezegd of daar was de eerste al, het was Janko.
Een veulen voor Twirre
Zet hem maar in box acht dan gaan we eerst aan de koffie en na afloop misschien een borrel want we hebben iets te vieren toch Janko? Janko straalde van oor tot oor. Afgelopen maandag heeft zijn merrie Twirre, een Bente 412 x Wierd 409 een prachtig veulen gekregen van Jurre 495 Sport. ‘We zijn zo blij’, zei Janko. Na 2 hengstveulens dan nu een geweldig mooi gezond merrieveulen: Teske! Hier kunnen we misschien ooit mee doorfokken. Alles ging perfect, het kwam wel iets eerder dan verwacht, maar het is gezond en beiden doen het geweldig dat is het belangrijkste. Ze dronk heel snel en na 1,5 uur kwam de nageboorte er al af. En deze keer geen wit?, vroeg ik. Vorig jaar gaf Twirre een hengstveulen van Beart 411 met een witte kol. ‘Nee’, zei Janko, ‘ik heb haar helemaal goed bekeken en dit keer geen wit gelukkig.’ Een Fries veulen moet bij de geboorte helemaal zwart zijn. Sommige hebben bij de geboorte een grijze gloed maar als het veulenhaar eenmaal begint uit te vallen worden ook deze veulens zwart. ‘We komen Teske zondag wel even bewonderen maar nu is het eerst tijd om de paarden in te spannen’, zei Hessel.
Kennismaken met Cooper
‘Eerst gaan we een paar rondjes door de bak, even zien hoe het gaat en hoe de paarden reageren op de harde wind’, zei Hessel. Dat is goed dan blijf ik hier. Ik wil Cooper, mijn Jack Russel pup van 8 weken, even kennis laten maken met de paarden. Ik begon bij mijn ruin Wiebe. Wiebe is gek op katten en honden en is heel voorzichtig met ze. Het was aandoenlijk om te zien hoe lief Wiebe tegen Cooper deed. Ondertussen hoorde ik de paarden over de weg gaan. Blijkbaar ging het in de bak goed en gingen ze een rondje over de weg maken.
Maar zo rustig als de paarden in de bak waren, zo alert waren ze buiten op de weg. Het waaide enorm en de 6-jarige Wietse maakte zich sterk en zette een hals op. Roza daarentegen bleef mooi rustig totdat ze langs een weiland reden waar een paar pony’s in stonden. Die begonnen enthousiast langs de draad te rennen. Door dit geluid begon ook Roza te dribbelen, en dat naast de al opgewonden Wietse, dat was geen goede combinatie. Samen zetten ze de galop in. Geert sprong van de menwagen om snel bij de paarden te komen en pakte Wietse bij het gelijdetouw terwijl Janko de paarden probeerde terug te krijgen met de leidsels in combinatie met zijn stem en trapte ondertussen op de rem van de menwagen. Gelukkig lukte het om de paarden in een verzamelde galop te krijgen waarna de controle snel terug kwam. Pfff, dat was wel even spannend. Om de training positief af te sluiten deden ze nog een klein rondje, dat ging goed.
Strandjutters en kippenhokken
De paarden werden uitgespannen en de marathonwagen werd weer terug geplaatst in het koetshuis. ‘Kijk jij even op het zo past’, zei Hessel tegen mij. Ja is goed, duwen maar. Terwijl ik het zei liep ik achteruit en struikelde bijna over een pallet die tegen de wand stond. Wat is dat voor ding zei ik tegen Hessel. Hessel moest lachen, dat is wat het ‘bluisterige’ weer mij 30 jaar geleden heeft gebracht. Wij waren in de jaren 90 op Ameland toen er een noord-wester storm opstak. In die tijd spoelde er dan van alles aan op de vloedlijn waaronder houten balken, palen planken etc. Er waren dan ook na zo’n storm strandjutters te vinden. Menig kippenhok op Ameland is gemaakt van dit aangespoelde hout. ‘Na de storm liep ik met mijn vrouw Henny over het strand, en daar zag ik deze pallet liggen. Ik zag direct dat dit geen rommel was, maar hout van uitzonderlijke kwaliteit’, vertelt Hessel op zijn eigen onnavolgbare wijze. ‘Dit is een beste, die gaat mee! Ik maak er een trekslee van om jonge paarden te beleren. Ik sleepte het stuk mee naar een duinpan.’ Maar werd het dan niet meegenomen door iemand?, vroeg ik. ‘Nee’, zei Hessel, ‘dat is een ongeschreven wet op het eiland, wat in een duinpan ligt, daar blijf je van af. Dat is al door iemand anders gevonden. Eenmaal thuis maakte ik er een slee van en heb er heel wat paarden mee beleerd. Zo leerden de paarden het trekken, en door de vorm van de slee konden er gemakkelijk mensen op de knieën opzitten om zo het trekken zwaarder te maken.’ Slim dacht ik bij mezelf terwijl ik de slee nog eens goed bekeek. Hessel moest lachen. ‘Ja, zo zie je maar weer Es. De paarden leren niet alleen van dit ‘bluisterige’ weer, soms levert het ook nog iets op!’