Wat een trieste dagen afgelopen week wat betreft het weer. Grijze dagen waarvan je niet kan zien of het nu 10.00 uur ‘s morgens of 15.00 uur ‘s middags is. Het enige voordeel is dat het vrij droog is voor de verandering. Helaas wil dat nog niet zeggen dat de ondergrond buiten ook weer droger wordt, deze is zo verzadigd dat er maar één regenbui hoeft te vallen en er staan direct weer plassen in de paddock. Al die nattigheid in combinatie met lagere temperaturen zorgt ook weer voor de nodige problemen waaronder beenschurft, veroorzaakt door de parasiet mijt.
Controle op mijt
Mijt komt veel voor bij paarden met veel behang. In de sokken van een Fries voelt hij zich helemaal thuis, het is er lekker broeierig. De mijten bijten waardoor er wondjes en korstjes op de onderbenen ontstaan. Omdat het vreselijk jeukt, gaat het paard stampen en in zijn sokken bijten. Mijt is erg besmettelijk, het is van groot belang om voor ieder paard eigen borstels te gebruiken en om dagelijks de benen te controleren op wondjes. ‘Hé Hiske heeft mijt’, zei Hessel toen hij haar aan het poetsen was. ‘Laten we direct de rest ook maar controleren voor de zekerheid.’ En ja hoor, ook Wietse en Ivy waren besmet. Gelukkig nog minimaal, maar hoe eerder je erbij bent met behandelen hoe beter. Wij behandelen de paarden met Noramectin. Wij gebruiken hiervoor een rugspuit, dat werkt ideaal. Je kan op deze manier goed bij de huid komen omdat je tegen de haren in spuit. Na drie weken moet de behandeling herhaald worden om ook de eitjes te doden. Terwijl we bijna klaar waren met het behandelen hoorde ik een auto aankomen. Daar is Janco al en hij heeft een paard mee….
Bezoek van Jibbe
Twirre, zijn drachtige merrie is toch met zwangerschapsverlof. ‘Ja maar hij heeft ook nog een 2,5-jarige Friese ruin’, zei Hessel. Maar wat wil je daar dan mee gaan doen, die is nog zo nog jong? ‘Klopt, maar dit is een mooie training voor het hem. Even weer op de trailer staan en straks doen we hem een bitje in zodat hij daar aan kan wennen.’ Ondertussen hoorde ik iets aan komen dribbelen. Op zich was het al een wonder dat ik dat hoorde, want toen het eenmaal begon te hinniken hoorde je werkelijk waar niks meer! Janco had de pony als trailermaatje meegenomen voor de jonge ruin Jibbe. Nadat hij de lawaaischopper in een box had gezet mocht Jibbe van de trailer, dit ging prima. Jibbe is een Beart 411 x Bente 412. Nieuwsgierig liep hij aan de hand door de stal langs de paarden die het nog veel interessanter vonden. Zet hem maar naast mijn ruin Wiebe, zei ik. Wiebe stond al nieuwsgierig met zijn neus tegen de buizen. Jibbe deed het super voor zo’n jong dier.
Nadat hij een tijdje had gestaan was het tijd om hem een hoofdstel met bitje om te doen. Voor paarden die voor het eerst een bit in krijgen gebruiken we hier een vriendelijk lepelbitje. Bij dit bit kan het paard de tong niet over het bit gooien. Jibbe kende druk achter de oren al door het halster, het was alleen even wennen om nu iets in zijn mond te hebben en hij begon dan ook direct te “waffelen” met zijn mond. ‘Zo nu gaan wij mennen’, zei Hessel. ‘En laten we Jibbe met het hoofdstel om in de box met brokjes. Zo zal hij wennen aan het bit en door de smaak van de brokjes zal hij het makkelijker accepteren.’ Ik blijf bij hem,zei i k, het is toch een jong dier en met een hoofdstel in de box is het toch handiger om erbij te blijven. Binnen een half uur hield Jibbe op met “waffelen” en had hij het bit geaccepteerd! Les 1 was een feit!
Naar Nine, Maike en Nynke
Jibbe is 2,5 jaar en nu zag ik echt het verschil met de twenters Nine, Maike en Nynke in gedrag. Met Jibbe is tot nu toe eigenlijk niks gedaan terwijl ik met de twenters vanaf de geboorte veel heb gedaan. Laat ik morgen eens kijken hoe het met ze gaat. Terwijl ik de bocht om kwam rijden zag ik ze al staan, nou ja staan? Als ware hengsten stonden ze al steigerend recht tegenover elkaar in het land. Wat zijn ze dan ineens groot, maar ja ze groeien ook als kool. Aan het gespeel kwam direct een einde toen ik de paddock in liep. De oortjes kwamen erop en al galopperend kwamen ze er alle drie enthousiast aan. Ohww niet te hard, dacht ik. Het is glad in die modder en ik durfde amper te kijken. Maar behendig als ze zijn kwamen ze al glijdend net tot stilstand voor me. Ik kreeg direct de nodige knuffels, zo mooi! ‘Hé ben je er al’, zei René, de eigenaresse van dit prachtige plekje en van Maike NP fan de Hesterhoeve. Ja even weer lekker met ze knuffelen en kijken of ze alles nog kennen wat ze tot nu toe geleerd hebben en tevens kunnen we ze direct even controleren op mijt. Gelukkig hadden ze dit niet. Het ging allemaal perfect, het halster was geen probleem en Nine liep keurig mee aan het touw. Ze kent inmiddels de commando’s ‘achteruit’, ‘ho’ en ‘wachten’ heel goed. Ook snapt ze dat ze voor druk moet wijken, ik hoef haar daarvoor niet meer aan te raken als ik wijs is het voldoende, wat ben ik trots op haar.
Nog even schriktraining
Na het “lesje” hebben we ze nog even schriktraining gegeven, alhoewel ze hier niet heel erg van onder indruk waren. Nadat ik ze een dikke knuffel had gegeven reed ik weer weg. Heerlijk onbevangen en vrolijk zag ik ze alweer door het land galopperen en stonden ze weer rechtovereind tegenover elkaar, hier word ik gelukkig van. Zo hoort het te zijn dacht ik bij mezelf, vrijheid blijheid, maar wel opgevoed. Eenmaal thuis stond mijn ruin Wiebe mij al vragend aan te kijken. Ja Wieb wij gaan ook nog even rijden. Een mooie afsluiting van de dag met mijn grootste vriend, “dankbaarheid is de kortste weg naar geluk!”