Het is al weer bijna februari en op social media zie ik steeds meer berichten voorbij komen van geboortes van de eerste Friese veulens van dit jaar, prachtig! Voor ons duurt het nog even. 15 mei hopen wij op een gezond veulen van onze Stermerrie Roza fan de Kromme Jelte. Het blijft altijd weer een wonder zo’n geboorte en het is dan ook altijd weer een opluchting als alles goed is met het veulen en de merrie. Wij zijn altijd blij wanneer de drachtige merrie over de negen maanden is in verband met Rhino.
Enten tegen Rhino
Rhino is er in drie verschillende vormen: de verkoudheidsvorm, de abortusvorm en de neurologische vorm. Hessel heeft in zijn loopbaan als dierenarts meerdere keren merries aangetroffen die het veulen rond de negende maand verloren. En als één merrie het veulen verliest dan is de kans best groot dat de overige drachtige merries die op de dezelfde stal tijdens de dracht bij elkaar hebben gestaan ook het veulen verliezen. Daarnaast heeft Hessel het één keer zelf op stal gehad. Zijn Ster Sport merrie Hiske heeft haar veulen jaren geleden verloren op 15 januari, de verjaardag van Hessel… Vanaf die dag enten wij al onze paarden twee keer paar jaar tegen Rhino. Zo creëren we groepsimmuniteit. De drachtige merries enten we drie keer tijdens de dracht. Wij enten op 3, 5 en 7 maanden van de dracht, in tegenstelling tot wat de meeste dierenartsen doen. Zij enten op 5, 7 en 9 maanden. Hessel zegt dat het dan al te laat is, dan is het kwaad al geschied. Vandaar dat wij eerder enten.
Verstopte eileiders?
Helaas hebben we voor dit jaar maar één merrie drachtig. Met onze Stermerrie Nanja van het Leuven is het niet gelukt, zij is gust gebleven. Hessel en ik hebben besloten straks twee hengstigheden te benutten om haar drachtig te krijgen. Lukt het dan nog niet dan gaan we met haar naar de Universiteit Utrecht , de faculteit Diergeneeskunde. Hessel heeft inmiddels telefonisch overleg gehad met een arts. Beiden denken ze dat de eileiders van Nanja verstopt zitten en dit kan goed behandeld worden. Maar goed, we gaan haar eerst nog weer insemineren en wie weet lukt het nu wel. Ondertussen lopen zowel Roza als Nanja mee in het 4-span. Voor Roza is het goed om zo lang mogelijk in beweging te blijven. Zo blijft ze fit en dat zal haar helpen bij de geboorte van het veulen. Met Nanja heb ik een beginnetje gemaakt om haar onder het zadel te krijgen. Ze is als 3-jarige beleerd, daarna is ze ingezet als fokmerrie. Dit jaar wordt ze 17 jaar en tot nu toe lijkt ze het leuk te vinden om weer wat te doen. Helaas kunnen we nog niet heel consequent aan de slag omdat de bak af en toe te nat is.
Nat, nat, nat…..
En niet alleen de bak is nat. Man oh man, wat is het land nat. Maar ondanks dat het zo nat is gaan de paarden iedere dag naar buiten. ’s Morgens staan ze dan ook te drammen in hun stal om naar buiten te gaan. Zo ook afgelopen week. Ik opende alle boxen en de paarden liepen achter elkaar aan naar buiten zoals ze dat dagelijks doen. Buiten staan drie palletboxen die ik al gevuld had met hooi. Maar toen de paarden eenmaal buiten stonden bedacht ik me ineens dat ik 1 bak vergeten had te vullen. Snel haastte ik me weer naar binnen en haalde nog een paar plakken hooi en schoot op de terugweg in mijn laarzen die netjes tussen in de rij tussen de anderen laarzen stonden. Waarschijnlijk had ik in de haast verkeerd gegokt want toen ik een stap deed voelde ik al dat ik kon zwemmen in deze laarzen. Maar ach, even snel dacht ik nog. Bij het land aangekomen dook ik onder het draad door op weg naar de derde bak, die zo ongeveer 10 meter verderop in het land staat. Co, het paard van Berber, kwam er direct aan want die had de plakken hooi in mijn armen meteen gezien. De rest van de paarden stond rustig te eten bij de twee andere bakken. Met wat wilde gebaren en met verheven stem probeerde ik Co op afstand te houden en haastte me het land in totdat ik met 1 laars vastzat….Ik trok mijn been eruit en daar stond mijn laars in de drek. Ik balanceerde nog op mijn rechter been en wankelde alle kanten op. Co die ik net had weggestuurd keek het op een afstand aan. ‘Kom maar’, zei ik tegen Co. En alsof hij zag dat ik hem nodig had, kwam hij eraan. Net op tijd kon ik hem bij zijn deken pakken pfff. Eerst moest ik ervoor zorgen dat mijn laars los kwam maar ik had nog steeds het hooi onder mijn arm. Het hooi gooide ik dan maar richting de bak. Dat zag Co ook en hij zette de achtervolging in. ‘Ho Co, ho’, riep ik. Gelukkig bleef hij staan. Uiteindelijk wist ik me met hulp van Co te bevrijden uit de drek. Dat was weer net goed gegaan..

Tongnummer en brandmerk
Binnen maakte ik snel een kop thee om weer een beetje op te warmen. Mijn blik ging naar de tafel. Ik zag daar een heel oud stamboekpapier liggen. Het papier was van Jitse, een Friese hengst, geboren op 5 mei 1985 en door Hessel gekocht toen hij 4 jaar oud was. Grappig om te zien. Ik bestudeerde het papier en zag ineens rechts staan ‘Tong nr: 244 F 85’ en ‘Brandmerk F’. Een tongnummer en de voorloper daarvan was getatoeëerd aan de binnenkant van de lip. Maar hier werd veel mee gefraudeerd, het gebeurde dat het nummer zelfstandig door eigenaren werd weggesneden zodat het paard niet meer aan het nummer te herkennen was. Dan werd het met een vals, beter papier verkocht voor veel geld. Gelukkig is dat niet meer van deze tijd en worden alle paarden nu voorzien van een chip in de hals. Maar denk dat ik het toch eens na ga vragen bij Hessel. Hij kan daar vast mooi over vertellen…..