Dierenarts Anne Hiensch-Zeijlmaker heeft zich toegelegd op de tandheelkunde. Op de kliniek van Lingehoeve Diergeneeskunde in Lienden behandelde zij een zestienjarige ruin. Deze ruin had gaatjes in zijn kies, dusdanig dat er een risico bestond dat de kies doormidden kon breken.
Glazuurlaag aangetast
Anne Hiensch legt uit: ‘Paarden hebben een heel andere bouw van hun kiezen dan mensen. De kiezen in de bovenkaak zijn breder dan die in de onderkaak en voor de stevigheid in het midden voorzien van twee zogenaamde infundibulae. Dit is een soort bakje van glazuur dat van het kauwoppervlak tot de kieswortel loopt. Dit bakje hoort tot de rand gevuld te zijn met cement, maar dat is niet altijd het geval. Als er onvoldoende cement in zit, kunnen voedseldelen zich ophopen. Deze voedseldelen gaan rotten en tasten samen met bacteriën de glazuurlaag van het infundibulum aan. Als de glazuurlaag is aangetast dat gaat het rottingsproces in de kies verder naar binnen dringen en zal de kies snel verzwakken.’
Monnikenwerk
Het behandelen van de infundibulae bestaat uit schoonmaken en vullen. ‘Dit is monnikenwerk,’ zegt Anne, ‘Infundibulae kunnen bij een wat jonger paard wel 70-80 mm diep zijn, enkele millimeters breed en hebben een grillige vorm. Bij cariës zijn ze vaak tot aan de wortel gevuld met aangestampte restjes voer. Daarbij komt dat ik er niet recht van boven bij kan, maar altijd onder een hoek van 90 graden aan het werk ben omdat een paard zijn mond niet zover kan opensperren als een mens of hond/kat. Dit alles maakt het een klus voor op de kliniek waar de omstandigheden goed zijn en de juiste spullen voor handen zijn’.
Levensduur verlengd
Bij de ruin bleek gelukkig dat er op de röntgenfoto’s geen aanwijzingen waren voor een kieswortelontsteking: ‘We konden de aangetaste infundibulae schoonmaken en vullen. Dit geeft de stevigheid terug aan de kies en zorgt ervoor dat de glazuurlaag beschermd is tegen invloeden van buitenaf, waardoor de levensduur van de kies verlengd is. De kans dat dit paard deze kies tot hoge leeftijd kan behouden is groot’.
Lees het volledige praktijkverhaal van Anne Hiensch-Zeijlmaker in Phryso juli