’s Morgens had Grand Prix-ruiter, dressuurpaardentrainer én verrichtingsjury en adviseur ABFP en IBOP van het KFPS Hergen van Hall al uitgelegd hoe je je paard voorbereidt op de IBOP (waarbij in tegenstelling tot de ABFP het paard door een eigen ruiter/menner voorgesteld wordt). Wat wil de jury zien en hoe laat je de kwaliteiten van je paard zo goed mogelijk naar voren komen?
Hij had daarbij de medewerking van een aantal excellente combinaties: Leonie Evink met Summer van Stal Berkmeer Ster (Wylster 463), Lisanne Veenje met Crystal Jede (Alwin 469) en Udo de Haan met Its fan de Kressers Ster (Hessel 480).
Aanleg en kwaliteit
In de middag gaf Van Hall nog een presentatie in één van de demonstratiezalen in het Friesland Expo Center. Zonder paarden, maar met bewegende beelden op het scherm, waarbij de aanwezigen zelf ook konden ‘beoordelen’ hoe een goede – of juist niet zo’n beste – stap, draf en galop voor de menwagen of onder het zadel eruitzien.
Ook voor deze presentatie was de belangstelling groot. Van Hall legde nog eens uit wat de jury wil zien. ‘De IBOP en de ABFP zijn aanlegtesten; een paard kan een rij-, men- of tuigproef lopen om de aanleg en kwaliteit te laten zien en daarmee in aanmerking te kunnen komen voor graadverhoging.’
Van Hall benadrukt nog eens dat een aanlegtest als de IBOP of ABFP geen dressuurproef is. ‘Een hele nette dressuurproef kan 70% opleveren voor een paard dat wellicht in een IBOP nog geen 77 punten zou scoren.’
Cijferbalk
Aanleg, die kan afgelezen worden aan bijvoorbeeld schakelend vermogen, draagkracht en het vermogen om op het achterbeen te komen, de souplesse, de houding en de balans’, legt Van Hall uit. Die onderdelen én de basisgangen zijn terug te vinden in de cijferbalk de aanlegtesten.
Lees meer over aanlegtesten op de site van het KFPS.
Foto’s: DigiShots
