Hengstenselectie, in vier stappen naar KFPS stamboekhengst

De presentatie van de jonge hengsten aan de hand (Foto: Digishots)

De KFPS hengstenselectie is een streng selectieproces dat tot doel heeft de beste hengsten uit het ras te selecteren en ze in de fokkerij in te zetten voor de verbetering van het Friese paard. Bij deze selectie staat het fokdoel en alle daarin genoemde kenmerken en eigenschappen centraal. Het fokdoel is als volgt omschreven:

Een functioneel gebouwd gebruikspaard in het bezit van de Friese raskenmerken,
dat gezond en vitaal is, aanleg heeft om in de sport te presteren,
een betrouwbaar karakter heeft en bewerkbaar is.

De hengstenselectie van het KFPS bestaat uit vier stappen: de Eerste en Tweede Bezichtiging, de Voorrijdagen en dan blijft er een select gezelschap hengsten over dat uitgebreid getest wordt  tijdens 70 dagen Centraal Onderzoek.

Stap 1: de Eerste Bezichtiging op de straat en in de kooi

Tijdens de Eerste Bezichtiging start de presentatie van de hengsten op het ‘straatje’. De jury bekijkt het paard op stand en beoordeelt de hengst in stap en draf op een, uit klinkers bestaande, straat. Daarbij beweegt het paard recht van de jury af en recht naar de jury toe, waarbij extra aandacht is voor de correctheid van het voor- en achterbeen en de takt.
De jury beoordeelt op stand drie onderdelen: ras, bouw en beenwerk en maakt een lineaire score van de hengst.
Aangezien het bij het Friese paard om een raspaard gaat, wordt er als eerste gekeken naar het rastype. Hieronder valt het behang van het paard, het hoofd, de halsvorm en halsrichting. Ook wordt er gecontroleerd op een egaal zwarte kleur, waarbij een kleine, witte aftekening op het hoofd is toegestaan. Daarna wordt er gekeken naar de bouw van de hengst. Heeft de hengst een aangesloten bovenlijn of is deze week? Heeft de hengst een hellend of een recht kruis. Vervolgens moet de hengst over een correct fundament beschikken, dat komt tot uitdrukking in het beenwerk. De jury kijkt onder andere naar beengebreken.
Na de straat gaan de jonge hengsten in de ‘kooi’. Hier wordt de hengst beoordeeld op de kwaliteit van de basisgangen. Daarnaast wordt er gekeken of het paard makkelijk schakelt, een goed voor- en achterbeengebruik heeft, een opwaartse houding en soepel lichaamsgebruik. De hengst krijgt cijfers voor de stap, draf en galop.
Bij een positieve beoordeling op bovenstaande onderdelen zal de hengst het Sterpredicaat krijgen en daarmee ook een ticket voor de Tweede Bezichtiging. Ook hengsten die qua moederlijn of lage verwantschap extra interessant zijn voor de fokkerij, moeten aan deze basiseisen voldoen.

Stap 2: de Tweede Bezichtiging in de driehoeksbaan

Bij de Tweede Bezichtiging wordt de Sterhengst in de driehoeksbaan, dus aan de hand van de voorbrenger, beoordeeld. Zowel het exterieur als de stap en draf worden opnieuw bekeken. Om nog een stap verder te kunnen in het hengstenselectietraject moet er van elke hengst een voldoende sperma- en röntgenrapport liggen. De jury zoekt in de ronde naar de betere hengsten, waarbij de moederlijn, verwantschap en andere nevenbevindingen een rol spelen om een aanwijzing te krijgen naar de volgende fase: de Voorrijdagen.

Stap 3: de Voorrijdagen

Na de Eerste en Tweede Bezichtiging volgen er drie voorrijdagen. De hengsten worden op deze dagen beoordeeld op hun bruikbaarheid als dressuur-, men- en/of tuigpaard, dus onder het zadel en eventueel voor de menwagen. Onder andere de bewegingsafloop onder het zadel geeft een ander beeld dan aan de hand. Daarmee sluit deze beoordeling beter aan bij het gebruiksdoel van het Friese paard, zoals dat omschreven is in het fokdoel.
Het doel tijdens de voorrijdagen is de hengst op een ontspannen manier op eigen benen te laten lopen zodat de natuurlijke aanleg zichtbaar wordt. Naast de drie basisgangen zal er ook gekeken worden naar de houding en balans, de souplesse, het schakelend vermogen en de impuls.
Voor de stap is van belang dat de hengst allereerst tactzuiver is. Daarnaast ziet de jury graag een actieve en ruime stap. Het achterbeen moet het voorbeen verdrijven, de hengst dient een goede buiging in de sprong te laten zien en ruim over te stappen. Daarnaast is het lichaamsgebruik van belang.
In de draf moet de hengst een opwaarts beeld laten zien met tact en een goed achterbeengebruik. De hengst dient makkelijk te schakelen en het voorbeen ruim weg te zetten.
In de galop is de drietact van belang. De galop dient actief te zijn en bergop. Daarnaast is het van belang dat de hengst gedragen blijft en geen snelheid nodig heeft.
In alle gangen is het schakelend vermogen van belang. Ook kijkt de Hengstenkeuringscommissie naar het gemak waarmee de hengst de gevraagde oefeningen uitvoert en hoe de hengst zich gedurende de drie voorrijdagen ontwikkelt.
Het beeld moet er ongedwongen uitzien. Het is daarom ook van belang om de hengst op lengte te rijden, met de neus bij voorkeur op of iets voor de loodlijn is. Uiteraard wordt er rekening mee gehouden dat het om jonge paarden gaat.

De laatste horde: het Centraal Onderzoek

Na de Eerste en Tweede Bezichtiging en de drie voorrijdagen is het laatste woord aan de Hengstenkeuringsjury. Ze wikken en wegen en beslissen welke veelbelovende hengsten zich uiteindelijk mogen melden op dinsdag 7 september in Exloo voor het Centraal Onderzoek.

Vorig artikelNK Lichte Tour: Dana van Lierop en Johnny Cash (Tsjalle 454) veroveren brons
Volgend artikelIlsa B. Ster (Jehannes 484) kampioen driejarige merries in Ambt-Delden