Jelmer Ketelaar won als tuig-debutant met GPD Ward de Horses2fly KFPS indoorcompetitie tuigen 2021-2022. ‘Last van zenuwen had ik niet echt’, vertelt Jelmer Ketelaar nadat hij de beker en de linten in ontvangst heeft genomen.
‘Ik wilde wel ontzettend graag winnen, daarom was ik in de eerste wedstrijd, de rubriek voor hengsten, ruinen en merries te gretig. Daardoor werd ik tweede. De tweede wedstrijd, voor Young Riders, kon ik gecontroleerder rijden. Het was een mooie revanche dat we nu wel als winnaar naar voren geroepen werden.’
Tuigdebuut
Het is het eerste seizoen dat de jonge werknemer van Stal De Mersken niet óp, maar achter GPD Ward zit. ‘Ik heb heel veel aan Age (Okkema, red.) te danken, hij heeft ervoor gezorgd dat ik het tuigen onder de knie gekregen heb. De wagen en het tuig van Ward zijn ook van hem. Samen met Age heb ik de eerste ronde geëvalueerd. Hij drukte me op het hart om vooral de rust te bewaren, mooi de hoeken door te rijden en ritme te houden. En dat werkte dus.’
Vanaf zijn derde
Het mennen viel Jelmer vooral in het begin nog niet mee. ‘Het ziet er altijd zo vanzelfsprekend uit, maar toen ik voor het eerst áchter Ward zat in plaats van erop, dacht ik: “Holy moly, dit is nog niet zo simpel!” Ik had wel het voordeel dat ik Ward heel goed ken; ik rijd hem al sinds zijn derde en hij wordt dit jaar zeven. Het is een geweldig paard, zowel onder het zadel als in tuig. Vorig jaar werd ik bijvoorbeeld reservekampioen M-dressuur op het NK met hem.’
Tuigen vs dressuur
Toch bleek het tuigen veel overeenkomsten te hebben met dressuur rijden. ‘Ook bij het tuigen moet je ervoor zorgen dat je paard gelijk op twee teugels – of eigenlijk dus leidsels – loopt. Je moet controle houden in de bochten en het ritme constant krijgen. Die controle heb je ook nodig in de dressuur. Voor mij, maar zeker ook voor de paarden, is de afwisseling heel leuk. Ik rijd bijvoorbeeld de paarden van Augustinus onder het zadel zo fijn mogelijk zodat hij daar in tuig profijt van heeft.’
GPD Ward
Ketelaar noemt GPD Ward, die in eigendom is van zijn andere werkgever Augustinus Hoekstra van Stal fan de Fiifhoeke (Sibrandaburen), een lief en werkwillig paard. ‘Je kunt hem met de kleinste aanwijzingen rijden, hij is zo scherp! Daarnaast wil hij supergraag voor je werken, een mooie eigenschap voor een tuigpaard, maar ook voor een dressuurpaard. Hij is absoluut mijn favoriet, naast de hengsten Jehannes 494 en Tsjalle 454, met wie ik ook werkte voordat hij naar Amerika vertrok.’
Beter worden
Het optreden van de jonge paardenman op de showwagen was niet eenmalig; het is de bedoeling dat hij dit jaar Jehannes 484 gaat uitbrengen, voor de Sjees. ‘Maar dressuur blijft favoriet, hoor’, laat hij weten. ‘Het opleiden van jonge paarden, ze vanaf het begin trainen, dat vind ik prachtig. Daarin wil ik me graag blijven ontwikkelen. Verder heb ik op mijn lijstje om beter te worden in dressuur rijden. De Subtop is mijn doel.’ (cd)
