KFPS College Tour: tools helpen Friese paarden aan minder inteelt

Het inteeltpercentage bij Friese paarden is de afgelopen 60 jaar drastisch gedaald. Van 6,7% in 1960 naar 1,8% in 2020. Fokkers en stamboek trekken hierin samen op, zo gaf KFPS directeur Ids Hellinga aan tijdens de tweede KFPS College Tour. ‘In de toekomst komen er meer dna-tests beschikbaar om middels fokkerij gezondheidsproblemen bij Fries paarden te voorkomen.’

Hoge verwantschap, hoog inteelt

In de fokkerij van Friese paarden is inteelt en verwantschap een actueel onderwerp. ‘Er wordt veel over gepraat en desondanks zijn er nog steeds veel vragen’, trapte Ids Hellings de livestream af. Inteelt komt bij alle fokkerijen voor. Bij een kleine populatie als het Friese paard, in combinatie met een gesloten fokkerij, ligt inteelt nog meer op de loer. ‘Inteelt is het gevolg van verwantschap en verwantschap is de mate waarin dieren aan elkaar verwant zijn in een populatie. Een hoge onderlinge verwantschap leidt tot een hoog inteeltniveau’, legde Hellinga de theorie uit, met daarbij goed nieuws. Het inteeltpercentage bij de Friese paarden is van 6,7% in 1960 gedaald naar 1,8% in 2020. Daarmee ligt de toename van de inteelt per generatie stabiel rond de 0,5% en dat is ruim onder de wereldwijde FAO norm van 1%. ‘Daar zijn we blij mee’, gaf Hellinga aan. ‘Bij bepaalde warmbloedpaarden ligt dat hoger.’

Minder fitness, meer erfelijke gebreken

Een belangrijke vooruitgang, want inteelt kent een aantal negatieve aspecten. De fitnesskenmerken van de paarden, onder andere vruchtbaarheid, loopt terug en ook erfelijke gebreken komen meer tot expressie bij inteelt. Met de ontwikkelde dna-testen voor dwerggroei en waterhoofd zijn deze dodelijke afwijkingen bij het Friese paard te voorkomen met het uitsluiten van risicoparingen. Om inteelt te verminderen zijn er dus betrouwbare tools beschikbaar voor fokkers.
Op de site van het KFPS kunnen fokkers ook het inteeltpercentage van een paring uitrekenen. Het advies is een combinatie te maken die onder de 5% uitkomt. ‘Daar houden fokkers zich ook aan’, signaleert het stamboek dat op haar beurt bij de hengstenselectie wat meer geduld heeft met hengsten met een lage verwantschap. ‘We zien dat de fokwaarden van de laagverwante hengsten minder verschillen van de gemiddeld verwante hengsten’, liet Hellinga weten. ‘Dat stimuleert het gebruik van laagverwante hengsten.’

Nog meer dna-testen

Het stamboek en de fokkers blijven streven naar meer gezonde Friese paarden met een hoge levensduur. Het dna-onderzoek voor dwergen en waterhoofd zal in de toekomst verder uitgebreid kunnen worden, is de inschatting van Hellinga. ‘We verwachten ook voor slokdarmverwijding en aortarupture op termijn een dna test te kunnen ontwikkelen. De overerving is wel ingewikkelder dan bij dwerggroei en waterhoofd, maar we werken samen met onderzoeksinstituten in Nederland en Amerika. We hebben er goede hoop op dat we ook deze aandoening met fokkerij kunnen aanpakken.’

Klik hier door voor de powerpointpresentatie

Klik hier om de livestream terug te kijken

In de Phryso van maart meer aandacht voor inteelt, verwantschap en het voorkomen van erfelijke gebreken.

Vorig artikelTsjalle 454 Sport Elite Preferent AAA verhuist naar Amerika
Volgend artikelBlog Ester: bontmuts, bellen en sneeuwpret